Het is zondag. Ik ben in een armoedige kamer zonder elektra en een dun stroompje water. In het centrum van Kinshasa, hoofdstad van de Democratische Republiek Congo. Van buiten klinkt het geluid door van schorre Halleluja schreeuwers, op elke hoek staat een kerk.  Het is de harddrug om de misère van alledag even te vergeten en op te gaan in een gevoel van hoop en samen zijn. Voor de andere dagen in het leven van de gewone Congolees lijkt dat onbereikbaar. Armoede maakt mensen grimmig, rancuneus, agressief en egoïstisch. Dat is de sfeer als je op straat loopt, in het verkeer zit. Overal vuren – geen vuilnisophaal- en vage dealtjes, stank van rottend voedsel en verstikkende luchtverontreiniging, en van binnen de auto het commando doe je ramen dicht. Zo achter elkaar lijkt het een hel op aarde.

Haast onwerkelijk in een land dat de rijkste bodemschatten van alle Afrikaanse landen heeft, dat nog relatief dunbevolkt is en van nature wel van ondernemen houdt. Dit land is in handen van een kleine groep steenrijke miljardairs, die politie en militairen in hun macht hebben en die niets delen met het volk. Al een jaar wacht men op nieuwe verkiezingen die, eigen aan de arrogantie van deze elite, maar niet wordt aangekondigd. De grondwet wordt simpelweg naast zich neergelegd. Maar de oppositie laat van zich horen, het broeit in de stad. En niet alleen omdat het overvol is met een verkeer dat zich bonkend door diepe kuilen als bomkraters, toeterend door de straten heentrekt. Maar hoe zullen de protesten zich manifesteren ? Ieder is op zichzelf aangewezen. In de drang te overleven lijkt collectiviteit of samenwerking een luxe. Een hond die in zijn eigen staart bijt. Hoe doorbreek je een vicieuze cirkel om iets verder te kijken dan het directe eigenbelang of familiebelang om te overleven?

In het aftandse theater met een redelijke houtenvloer en met 35 graden hitte werk ik aan een mission impossible : in 9 dagen van nauwelijks getrainde dansers choreografen maken die aan de slag gaan met het thema Hommes et Femmes Progressons ensemble, over gender, en seksuele omgangsvormen op middelbare scholen.

En hoe maak ik van een groep individuen een groep die samen met het thema aan de slag gaat ? Een aantal dansers zijn studenten van het Institute Nationale des Arts. Een 4 jarige opleiding waar vooral theorie wordt gegeven uit gebrek aan ruimte. Theorie op een dansopleiding is prima maar het is toch vooral een fysieke opleiding! De kennis over het lichaam, over dansanalyse, en  kwaliteit van technische training is nauwelijks voorbij beginnersniveau. Ook bij degenen die al afgestudeerd zijn van de opleiding. Een diploma heeft duizenden dollars gekost, maar wat men geleerd heeft is onduidelijk.

Het gebrek aan kennis wordt gecompenseerd met een groot enthousiasme en inzet. Het is niet altijd functioneel; de discipline van een les met organisatie van ruimte en concentratie op de oefening verdwijnt voortdurend in een discussie en/of verwijt. Het lijkt soms of wat men zelf vindt of bedacht heeft van een oefening leidend is, dan zich te verdiepen in de oefenstof of samen de ruimte te verdelen en efficiënt te werken. Een parallel met het verkeer in Kinshasa wat regelmatig vaststaat omdat mensen elkaar op kruispunten vastrijden en vervolgens geen centimer wijken. Met enorme files tot gevolg.

Ik weet soms niet waar te beginnen en kies voor een basis les die elke dag herhaald wordt en oefeningen in (contact)improvisatie. Ik probeer hen een handleiding te geven om tot een compositie te komen maar de tijd is veel te kort. Zo wordt lesstof al snel deel van hun choreografieën. Het is heel lastig om een verhaalgegeven om te zetten in een choreografie, er is veel mime en gegesticuleer en de verhalen zijn te lang en worden vaak in 2 bewegingen verklaard, helder voor hen maar onbegrijpelijk voor een publiek.

Samen met Guido Kleene , de organisator van de training die hen voorbereidt om 16 choreografieën te ontwikkelen op middelbare scholen, geven we opdracht, na een scenario in foto vorm te maken, om één scene uit te werken. Het kost vele middagen waarbij de volgende dag, opmerkingen van onze kant tot verbetering moeten leiden. Soms zie je een echte levende scene ontstaan maar velen tasten nog in het duister wat wij bedoelen met ons commentaar. Toch gaat iedereen vooruit en zeker in de lessen waarin langzamerhand wat lichtheid en plezier komt en een strakkere discipline. Het is nog een lange weg en ben benieuwd waar ze staan als ik in januari 2017, hun gereedschapskist als choreograaf weer wat verder probeer te vullen. Guido Kleene werkt aan verschillende projecten zoals films op scholen en een tournee op een theaterboot langs de Congo rivier. Heel bijzonder hoe hij met dagelijkse tegenslagen een hoge productie aan presentaties weet te creeren. Vooral met acteurs maar nu dus ook met dansers.

Ik neem afscheid in een broeierige wijk op zaterdagavond. Een zwoele avond, sensueel en paraderend trekt het jonge uitgaanspubliek voorbij in oorverdovende muziek van aaneengesloten cafés. Kinshasa is de gekte van 12 miljoen op elkaar gepakte mensen, een hel, en ook heel erg sexy.

    DEEL: