De mannen  zingen een begrafenislied terwijl ze de parkeerplaats opkomen.  Ze dragen geen kist boven hun hoofd, maar de koffer van Guido Kleene. Als bij een echte begrafenis zijn de vrouwen niet meegelopen naar de auto, maar kijken toe, elkaar ondersteunend, huilend. Er is niemand dood, Guido vertrekt naar nieuw leven, zijn vrouw gaat bevallen, en vanwege lastige planning met de vliegmaatschappij, vertrekt hij een uur voor onze gezamenlijke presentatie. Ik probeer nog een beetje luchtig afscheid te nemen terwijl Guido al in de auto zit, maar zoveel verdriet is besmettelijk en ik heb ook een brok in mijn keel. Terug in de studio kijkt een danseres mij aan en zegt dat ze niet weet hoe het straks moet, als ik ga vertrekken.Het is de laatste dag van een

module burundi6van de theater- en danstraining Le corps ne ment pas (Het lichaam liegt niet) en waar deze dansers en acteurs van jongs af aan getraind zijn emoties weg te stoppen, is er iets geopend en blijven de tranen komen bij de gedachte van het afscheid. Er is veel gebeurd. In oktober 2015 is de training in Burundi gestart door Feri de Geus en mijzelf met het gezelschap APC PARLE, dat ‘theatre communautaire’ praktiseert. Ook al is het een geoliede organisatie, niet eerder werkten we met een groep mensen die zo weinig artistieke bagage heeft. Ze spelen improvisatie voorstellingen rondom SRHR (Sexual Rights and Health Rights) gerelateerde thematiek en gaan vervolgens met het publiek in gesprek. En dat doen ze met een vingertje. In combinatie met een gebrek aan kennis van theater en dans, is hun werk meer kerk dan theater.

De eerste weken in de hoofdstad Bujumbura waren vooral confronterend voor de spelers. Iedereen deed braaf de oefeningen, maar de meesten begrepen niet waarom. Voor ons was het even wennen om iedere dag opgewacht te worden door militairen met kalasjnikovs, maar na een paar dagen konden we grappen met hen maken en voelde de studio als een veilige plek. s’Nachts ontploften granaten in verschillende stadswijken. We verhuisden van het hotel waar de elektriciteit werd uitgezet, we waren immers de enige gasten, naar een hotel in het centrum waar nog iets meer leven was. De stad is leeg na maanden van geweldsuitbarstingen en onduidelijkheid over het verdere verloop na een betwiste derde termijn van de president. Er zijn bijna geen buitenlanders meer en ook veel Burundezen zijn naar buurlanden gevlucht. Vanwege de avondklok moeten we steeds op tijd stoppen, om 18.00 mag niemand zijn of haar wijk meer in of uit.

In november vertrokken Feri de Geus en Jeroen Kriek voor een tweede trainingsperiode wederom naar Burundi en na aankomst volgt er een negatief reisadvies van Buitenlandse Zaken. Feri en Jeroen werken door de ‘crisis’ echter intensiever met de groep dan in oktober, er is vertrouwen gekomen. Ze werken aan het grote delen, de ruimte delen, aandacht delen en elkaar voeden. Langzamerhand ontstaat er meer vertrouwen en komen er verhalen. Over verlangen naar vrede en het verdriet nooit je moeder gekend te hebben. Mensen leren elkaar te omhelzen, er wordt veel gelachen en ook gehuild.

Dit zijn de kinderen van de genocide uit de jaren 90 en de burgeroorlog die tot 2003 duurde. Natuurlijk wisten we dat we met getraumatiseerde mensen gingen werken, maar in welke mate, wordt in de training duidelijk. Theater training vraagt om opening van je ziel. Er gebeurt veel, de gepantserde maskers beginnen af te vallen.

dsc03663

Des te erger dat we vanwege code rood de training moeten stoppen. We schamen ons dat we de spelers moeten vertellen dat we niet ‘mogen’ komen, dat voor ons hun land te gevaarlijk is, terwijl wij hen er in achter laten. De spelers op hun beurt schamen zich dat hun land zo slecht georganiseerd is, dat onze regering ons daar niet wil laten zijn. Gelukkig vinden we een oplossing. EP Nuffic, donor van het programma, geeft toestemming dat we de training voortzetten in buurland Rwanda.

Mijn eerste associatie bij Rwanda is aan mannen met een wilde blik in hun ogen met machetes. De genocide van 1994 staat in het geheugen gebrand. Niets is minder waar, niet eerder zag ik zo’n clean Afrikaans land. De wegen lijken op Monaco, met strak asfalt en markeringslampjes aan de rand van het wegdek, slingerend langs groene heuvels en bergen. Mensen zijn extreem vriendelijk, jongeren in cafés en restaurants hebben een Westerse uitstraling. Maandelijks ruimt iedereen de stad mee op, er zijn nergens plastic tasjes te krijgen, alles is papier of stof, mensen eten veel groente en er is zelfs een Sound Police. Is dit echt  Afrika?

De artiesten komen dus als een soort vluchtelingen vanuit Burundi hier naar toe voor een training. Eerst van Guido en mijzelf en vervolgens nogmaals van Feri en Karlien Pijnenborg. 4 Weken weg van de nachtelijke granaten en geweerschoten, de angst dat jouw straat vannacht aan de beurt is, en wat gaat je broer doen als zijn vriend wordt neergeschoten. 4 weken op een prachtige plek op een heuvel in Kigali. Naast de Auberge waar de dansers slapen, staat een kerk. Op zaterdag zijn er trouwerijen, op zondag is er een dienst en door de week werken wij er. Zeil gekocht voor op het beton en in het weekend werken we door in de tuin. Na 2 dagen acclimatiseren komen de spelers los. Dit is ongekend voor hen. Je volledig aan je vak kunnen wijden. Officieel zouden we werken van 9.00 tot 17.00, maar vanaf de eerste dag werken we tot 19.00, soms nog later en geven we huiswerk. Ze zijn vaak 13 uur per dag bezig. En toch willen ze nooit stoppen. Want er gebeurt iets, iets wat ze niet kennen, ze voelen dat ze veranderen.

De eerdere trainingen beginnen op hun plek te vallen, ze maken korte composities en verzinnen concepten voor scenes. Is het een stap te ver voor mensen die nog nauwelijks enig besef van ruimte hebben? We weten het niet, maar proberen een stoomcursus te geven. Wat is het belangrijkste in hun situatie? Als performer, maar ook als mens. Dat je zelf beslissingen kunt maken, moet maken, niet domweg volgen wat iedereen doet. Aanwezig zijn als een echt mens op toneel, echt luisteren en kijken, omdat je dan ook pas oprecht kunt reageren zonder clichématig in het Gekwelde lieve meisje of de Slechterik te vervallen. Skills, die wij op de theater- en dansopleiding en in de praktijk hebben geleerd, zodanig toespitsen op hun situatie dat ze verder kunnen. Met de skills en het vertrouwen, komen de verhalen. De stilste jongens vertellen over hun leven als kindsoldaat, nadat hun familie was afgeslacht. Sommige jonge vrouwen kunnen er bijna niet naar luisteren, iedereen heeft het meegemaakt, maar je praat er niet over. Toch is het doel niet een therapie, we maken theater en denken mee over hoe hier ooit een voorstelling over gemaakt zou kunnen worden. Nu is nog te vroeg.  Het haalt te veel naar boven in de mensen, zeker met de gespannen situatie in het thuisland. Opvallend dat 2 van hen altijd de clown spelen, letterlijk. De enige manier om met de pijn om te gaan, leek het. Nu zien we hen ook serieuzer werken, komen ze met mooie dingen, worden ze zachter en tegelijk volwassener.

dsc03686

Het is te kort, steeds hebben we dat gevoel en dat maakt dat we van die idioot lange dagen maken. Ik realiseer me hoe mooi het zou zijn als we een school konden oprichten waarin dans en theater zo    met elkaar wordt verweven als we nu doen. Net als Jeroen en Feri eerder, grijpen de trainingen van Guido en mij op elkaar in, verwijzen de opdrachten naar elkaar en leren we van de ander. Ik zou zelf nog naar zo’n school willen. Want wat leer je als danser op school over scèneopbouw?

De dagen vliegen en we schuiven met nieuw gemaakt materiaal zodat het aansluit bij wat Feri en Jeroen eerder hadden gemaakt. Het is geen voorstelling, maar het is een lijn. Als je theater maakt met een boodschap moet het eigenlijk nog beter zijn dan theater for Art’s sake. Dus we provoceren, maken een koraal waarin alle redenen voor overspel worden bezongen. Of laten de hypocrisie zien rond verkrachtingen, en verbeelden abstract de pijn van het verkrachte meisje.

De Nederlandse Ambassadeur in Rwanda komt kijken en is positief verrast; ze heeft al veel theatre communautaire gezien, maar is blij met deze balans. Balans tussen wat zij noemt echt theater en theater met een boodschap. Na de presentatie evalueren we, ik hoor mijzelf eerlijke, maar soms knalharde dingen tegen hen zeggen. Maar vooral ook hoe ik hen bewonder, hun moed om hun land te verlaten voor deze training, want niemand weet hoe de situatie is als we klaar zijn, of de mannen opgepakt zullen worden bij de grens, want die kans is er.

En ja, als ik vertrek, wordt er weer gehuild. Een aantal vrouwen wil me niet loslaten. Gelukkig trekt de directeur van het gezelschap me mee naar de auto en weet ik dat 2 dagen na mij Feri en Karlien er zullen zijn, want deze mensen verdienen het om nog heel veel te leren. Om daarna een nieuwe generatie op te bouwen, die hopelijk minder ellende meemaakt. Na afloop van de  laatste training komt iedereen veilig de grens over. Het regent facebook berichten.

 

Noortje Bijvoets

    DEEL: